Ik ben opgegroeid in Brabant. Mijn vriend voornamelijk in Limburg. Op taartengebied zijn Brabant en Limburg ruziezoekende buren. Want vlaaien zijn Limburgs. En enkel afkomstig uit Limburg. Dus wanneer ik een vlaai in Brabant koop, is dat taart. Geen vlaai. Maar wat als ik het nu volgens traditioneel Limburgs recept ga maken? Zelf. In Eindhoven. Brabant dus. Is het dan taartenvlaai? Mag ik het ‘krumelkesvlaai’ noemen? Evenaart het de Limburgse vlaai?
Nou, ik kan je zeggen: mijn gasten namen zelfs twee stukken. En ik ook. En snoepte een dag later nog een keer. Zo lekker. En dat met een recept uit een boek van 1983…
En welk of wat voor soort taartje zou ik voor jou kunnen maken? Laat het me hieronder weten of mail naar whatmomwouldcook@gmail.com
Limburgse kruimelvlaai
Ingrediënten deeg: 250 gram bloem (+50 gram) | 25 gram witte basterdsuiker | 15 gram verse gist | 100-150 ml lauwwarme melk | 25 gram boter | 1 ei.
Ingrediënten vulling: 500 ml melk + 4 lepels melk | ½ vanillestokje | 50 gram custardpoeder | 50 gram suiker
Ingrediënten kruimels: 75 gram suiker | 75 gram boter | 100 gram bloem
De bodem, deel 1
Zeef de 250 gram bloem. Maak in het midden een kuiltje. Los de suiker en de gist op in ongeveer de helft van de melk. En schenk dit papje in het kuiltje. Voeg geleidelijk wat bloem toe en meng langzaam alles met elkaar. Dek de kom af met een vochtige doek en zet zo’n 15 minuten op een warme plek in huis.
Voeg na dat kwartier de andere helft van de melk toe. Smelt de boter en voeg ook toe evenals het ei. Als het goed is het je nu echt een kleffe bende en denk je ‘dit gaat nooit meer goedkomen’. Geen nood, daarvoor is die 50 gram extra bloem. Voeg deze namelijk beetje bij beetje toe terwijl je aan het kneden bent. Voeg net zoveel bloem toe totdat je een soepel deeg krijgt. Het kan dus zijn dat je deze 50 gram niet volledig nodig hebt of dat je juist net wat meer nodig hebt. Zodra je voelt dat het deeg soepel wordt blijf je het kneden. Minimaal 10 minuten totdat je een elastisch geheel hebt. Doe deze terug in de kom en dek af met een vochtige doek. Laat een uur staat zodat het een beetje gaat rijzen. Verwarm een kwartier voor het einde van dit uur de oven tot 200 graden.
Vulling
Doe de melk in een pan. Schraap de vanille uit het halve stokje en voeg toe. Breng aan de kook. Mix de custardpoeder met 4 eetlepels koude melk en voeg al roerend toe aan de warme melk. Laat het papje nog even doorkoken en haal deze zodra hij dik wordt van het vuur. Laat afkoelen.
Kruimels
Vermeng alle ingrediënten met elkaar totdat je kruimels hebt.
Bouwen van de taart
Neem het deeg en rol uit. Leg het deeg in een taart of vlaai vorm. Ik heb hier zelf een stenen quichevorm voor gebruikt die ik bedekt heb met bakpapier. Zorg dat er geen deeg over de rand hangt, maar dat het deeg mooi tot de rand gevuld is (je kunt dit eventueel gewoon met een scherp mesje afsnijden).
Schep de custardvulling op de bodem en verdeel het goed over de bodem. Bestrooi vervolgens met de kruimels. Zet de taart op 200 graden in het midden van de oven en bak hem in 30 minuten totdat hij goudbruin is.
Serveer met slagroom. Dat blijft toch het lekkerste. Et voila, je hebt je eigen krumelkesvlaai. Die overigens nog lekkerder is na een nacht in de koelkast omdat de smaken dan extra doorgetrokken zijn.
Volg ons ook op Facebook. Dan krijg je alle updates direct.