Foto: Merette Kuijt
We weten allemaal dat knäckebröd uit Scandinavië komt. Maar uit welk land precies en waarom nu juist daar? Nou, na lang zoeken kan ik het nog steeds niet helemaal vaststellen, maar de meeste bronnen beweren dat Zweden het thuisland van het knäckebröd is. Dat zou komen omdat knacka in het Zweeds ‘breken’ of ‘knikken’ betekent. Een logische naam voor dit harde brood. Maar waarom is het daar ontstaan en niet in –laten we zeggen- Frankrijk?

In Zweden wonen sinds jaar en dag niet zo heel veel mensen terwijl het land vele malen groter is dan Nederland. Niet heel gek dus dat niet op elke hoek van de straat een bakker zit. Zeker vroeger niet. Al eeuwenlang bakken de meeste Zweden dus zelf hun brood en bewaren ze het in de keuken. Dat kan omdat het brood op hoge temperatuur gebakken wordt waardoor er geen vocht meer aanwezig is en het dus ook niet gaat schimmelen. Ideaal dus voor mensen om een voorraadje van te hebben zonder elke dag opnieuw te hoeven bakken.

Oorspronkelijk is knäckebröd overigens niet langwerpig, maar rond met een gat erin. Hierdoor kon men het brood makkelijk aan een grote stok hangen en in de keuken bewaren. Als je een kleine keuken hebt, is dit dus nog steeds een hele goeie tip.

Heb jij nog aanvullingen op dit verhaal? Of heb je zelf een gerecht waarvan je de oorsprong zou willen weten? Laat het ons hieronder weten.

RECEPT KNACKEBROD

Voor 12 stuks rond knäckebröd

Ingrediënten: 1 zakje gedroogde gist | 1 el honing | 200 ml yoghurt | 400 ml water | 600 gram roggemeel | 600 gram volkorenmeel | 300 gram bloem | 1 el gemalen karwijzaad | 2 tl zout

Vermeng de gist met de honing en voeg de yoghurt en het water toe. Voeg het roggemeel toe en meng goed. Meng het volkorenmeel met het gemalen karwijzaad en voeg zo’n 100 gram van de bloem toe. De overige bloem gebruik je namelijk om het deeg straks uit te rollen. Voeg het volkoren deegmengsel bij het gerezen roggemeel en meng goed door. Bedek de kom met plastic en laat het minimaal 6 uur op kamertemperatuur staan.

Bestuif je werkblad met een deel van de overgebleven bloem. Verdeel het deeg in 12 stukken en rol elk stuk uit tot een rondje. Draai af en toe je deeg om. Het mag een slordig rondje zijn. En, als je het echt traditioneel wilt doen: snijd dan een rondje uit het deeg en prik met een vork verschillende keren in het deeg.

Verwarm de oven op 225 graden en bak het deeg in 8-10 minuten boven in de oven af. Laat ze nog even uitharden. Smaklig Måltid!


Volg ons ook op Facebook. Dan krijg je alle updates direct.