We hebben allemaal wel eens een frikandel gegeten of er althans van gehoord. Een mooie gehaktstaaf van afvalvlees. Maar wist je dat de frikandel afstamt van de eeuwenoude frickedel die eigenlijk alleen door de welgestelde burgerij gegeten werd?
Al sinds de zeventiende eeuw staan er frickedillen op de kaart. De frickedil stond gelijk aan een gehaktbal zoals wij die vandaag de dag kennen, alleen was deze niet gemaakt van half-om-half gehakt, maar kalfsvlees. Er wordt beweerd dat één van de oudst gevonden recepten dateert uit de eerste druk van De verstandige kock uit 1667. Maar als we nog verder teruggaan in de tijd zien we dat er ook al in de vijfde eeuw gesproken werd van ‘fricotellen’. We zouden ze voor het gemak even de oerfrikandellen kunnen noemen. Ze bestonden vooral uit repen gesneden kalfslever die met kruiden en specerijen bestrooid en vervolgens opgerold op een spie geroosterd werden. Hierna zouden ze de fricotellen stoven in een zurige wijnsaus en serveren in plakjes waar om en om nog wat spek aan toegevoegd werd. Een soort ouderwetse slavink zou je kunnen zeggen. Alleen dan gemaakt van orgaanvlees.
De schrijver Pieter Cornelis Hooft beschreef de frickendil als ‘vrijsterskost’. Het was dus een gerecht voor ongehuwde vrouwen. Niet gek gezien ‘frick’ een aanduiding was voor het mannelijke lit en ‘dil’ zoiets als meisjes betekende.
Hoe wij deze frickedel verbasterd hebben tot onze snackbarfrikandel? In 1954 veranderde slagersknecht Gerrit de Vries de vleesbal naar een vleesstaaf. Toen Jan Bekkers (inderdaad, van de Beckers frikandellen) de receptuur later ook nog eens aanpaste, was de snackbar frikandel zoals we hem vandaag de dag kennen, geboren.
Hieronder vind je het recept uit het 17-eeuwse kookboek De verstandige kock (17e eeuw). Daarin wordt nog veel verder ingegaan op de geschiedenis van het eten in ons land. Het is ‘vertaald’, aangevuld en opnieuw uitgebracht door Neerlandicus&diëtist Marleen Willebrands. De juiste hoeveelheden van onderstaande recept zijn dan weer uitgevogeld door Coquinaria.
Heb jij nog aanvullingen op dit verhaal? Of heb je zelf een gerecht waarvan je de oorsprong zou willen weten? Laat het ons hieronder weten.
FRICKEDILLEN IN KROP-SLA
Ingrediënten: 400 gram kalfsgehakt (of, zoals op de foto rundergehakt) | 50 gram kalfsniervet (of boter) | 4 hardgekookte eidooiers | nootmuskaat | foelie | peper | zout | 2 beschuiten | 50 gram boter | 2-3 lepels ciderazijn/verjus of kruisbessensap | 1 krop sla
Meng het gehakt met het kalfsniervet (of boter). Kruid het met de nootmuskaat, folie, peper en zout en kneed het goed door elkaar. Was de sla en zorg dat je minimaal 4 hele bladeren hebt.
Verdeel het gehakt in vier. Pak een eidooier en stop deze in het gehakt. Maak van het gehakt een bal en leg deze op een blaadje sla. Bind de sla met een touwtje dicht of zorg dat je het zo vouwt dat het blad het vlees volledig omhult.
Breng een laagje water (of bouillon) in een grote pan aan de kook. Voeg nu de slaballen toe en laat zo’n 7 minuten stoven. Keer de ballen om en laat nog eens 7 minuten stoven. Haal de ballen uit de pan en houd ze warm. Draai het vuur hoger en kook het overgebleven vocht ongeveer een derde in. Voeg de beschuitkruim toe. Breng de saus op smaak met wat lepels ciderazijn, verjus of kruisbessensap. De saus moet namelijk een licht zuurtje bevatten.
Lekker met aardappelpuree.
* Verjus is het sap van zure, onrijpe druiven. Het werd veel gebruikt in de Middeleeuwen. Je moet goed zoeken om het te vinden. Een goede vervanger is appelciderazijn.
Volg ons ook op Facebook. Dan krijg je alle updates direct.