Niet zo lang geleden ging ik op een zondag wandelen met mijn vriend. We besloten buiten de deur te gaan lunchen, maar mochten van onszelf pas lunchen nadat we minimaal een half uur gelopen hadden. We belandden in Amsterdam, eigenlijk midden in het centrum tegenover de bloemenmarkt. En daar stonden ze op de kaart: flammkuchen. Er stond bij geschreven dat het iets Duits was, maar ik had er nog nooit van gehoord.

Nu ik deze maand een gerecht van het kookblog Ongewoon Lekker mag koken, werd ik weer aan deze lunch herinnerd. Flammkuchen, zo vertelt Jody, krijg je in de Elzas in plaats van een mandje brood en kruidenboter voor het eten. Dat ze super lekker en knapperig zijn kan ik beamen.

Flammkuchen (Duits) worden ook wel Tarte Flambée genoemd (Frans). Maar eigenlijk is het niks anders dan een dun belegde Italiaanse pizza. Toch wordt het in de Franse Elzas en het aangrenzende Duitse Pfalz veelvuldig geconsumeerd. Het heeft zelfs de naam ‘Elzasser Specialiteit’ gekregen.

De flammkuchen zoals ik hem voor het gemak even noem, is waarschijnlijk ontstaan uit armoede. De restjes brooddeeg waar je geen brood meer van kon maken, werden tot dunne lappen uitgerold en belegd met bijvoorbeeld spek en ui. Maar waarom heet het nou ‘flammkuchen’ oftewel vlamkoeken?

Dat komt omdat dit gerecht vaak gebruikt werd om de temperatuur van ovens te testen nog voordat de broden erin gebakken werden. De flammkuchen kon je namelijk prima bereiden door gebruik te maken van het hout wat nog aan het opwarmen was. Nog net voordat de vlammen doofden, werden ze de oven in geschoven. (Bron: veelvakantie)

Jody maakt flammkuchen met spek en sjalotjes. Ik maak er een eigen variant met geroosterde paprika en geitenkaas van. En pas de ingrediënten aan zodat je genoeg hebt om twee flammkuchen te maken… Let wel op dat het deeg even moet rijzen.

Heb jij nog aanvullingen op dit verhaal? Of heb je zelf een gerecht waarvan je de oorsprong zou willen weten? Laat het ons hieronder weten.

Flammkuchen met geroosterde paprika en geitenkaas

Ingrediënten: 200 gram bloem | 15 gram verse gist (of 7 gram droge gist) | 125 ml lauw water | 2 el olijfolie | 125 gram geitenkaas | pot geroosterde paprika’s (465 gram) of zelf geroosterde rode paprika’s | eventueel crème fraîche

Doe de bloem in een kom en maak er een kuiltje in. Los de verse gist in het lauw warme water op en giet dit vervolgens in het kuiltje. Strooi de zout aan de zijkanten over de bloem en doe hetzelfde met de olijfolie. Kneed tot het een soepel deeg is. Laat het deeg met een vochtige doek 60 minuten op kamertemperatuur rijzen. Verwarm de oven tot 225 graden.

Verdeel het deeg in twee. Bestuif je werkblad met bloem en rol een helft van het deeg uit tot een dunne ronde bodem. Leg deze bodem op een met bakpapier bekleedde bakplaat. Als je het lekker vindt besmeer je de bodem met crème fraîche, maar dat hoeft niet. Brokkel de geitenkaas over de bodem en snijd de paprika in stukjes. Verdeel deze ook over de bodem. Bak nu in 15 minuten in de oven totdat de geitenkaas licht gesmolten is.

Serveer eventueel met wat baby spinazie of rucolasla. Super als brunch, snack of avondeten. De tweede helft van het deeg kun je met hetzelfde beleggen (daarvoor heb je nog genoeg ingredienten als je bovenstaande aanhoudt) of je belegt het met de traditionele spek en ui zoals Jody het klaarmaakt.

Volg ons ook op Facebook. Dan krijg je alle updates direct.