De croissant: een Oostenrijkse uitvinding

Heel de wereld denkt dat de croissant typisch Frans is. We draaien er op de achtergrond nog een leuk Frans muziekje bij et voila. Toch blijkt de croissant, ondanks dat de naam nogal Frans aandoet, uit Oostenrijk te komen. Of toch niet?

In 1683 werd Wenen belegerd door de Turken. Ze groeven tunnels onder de stad, maar werden in de vroege ochtend gesnapt door de bakkers die al voor zonsopkomst aan het werk waren. De bakkers sloegen alarm en de Turken waren genoodzaakt zich terug te trekken. Om de vrijheid te vieren en om de Turken te vernederen werden broodjes gebakken in de vorm van een Ottomaanse halve maan: de afbeelding op de Turkse vlag.

Toch beweert men dat brood in halvemaanvormen al bestaan sinds de middeleeuwen, maar dat de populariteit door de ‘Türkenbelagerung’ in 1683 extra populair werd. Omdat de banden tussen Oostenrijk en Frankrijk steeds sterker werden, werd het halvemaanbroodje ook daar steeds meer gebakken. In een ander deeg weliswaar. Het werd croissant genoemd, dat sikkel betekent.

Je kunt ze vers bij de bakker kopen, zelf deeg uit blik oprollen en afbakken of het deeg helemaal zelf maken. Je bent er dan wel zo’n 14-16 uur mee bezig…

Heb jij nog aanvullingen op dit verhaal? Of heb je zelf een gerecht waarvan je de oorsprong zou willen weten? Laat het ons hieronder weten.

FRANSE CROISSANT

Ingrediënten: 500 gram tarwebloem voor brood | 50 gram witte basterdsuiker | 1 zakje gedroogde gist | 300 ml lauwwarme melk | 250 gram boter in blokjes | 1 ei losgeklopt | 10 gram zout | beetje olijfolie

Meng de bloem, suiker en zout. Meng de gist met de lauwwarme melk totdat de gist opgelost is en voeg aan de bloem toe. Laat 15 minuten staan. Kneed het deeg op een met olijfolie bestreken werkvlak 10 minuten lang tot je een soepel en elastisch deeg hebt. Laat het deeg afgedekt met plasticfolie 45-60 minuten op een warme plek rijzen tot het volume verdubbeld is. Leg het deeg weer op het werkvlak en druk alle lucht eruit. Leg het terug in de kom, bedek weer met plastic en laat het 6-8 uur rusten in de koelkast.

Bestrooi je werkvlak met bloem en rol uit tot een kruis waarvan het middenstuk zo’n 12 centimeter breed is. Leg ¼ van de boterblokjes in het middenstuk en vouw elke zijde van het kruis er een voor een overheen. Leg tussen elke zijde opnieuw een boterblokje.

Rol het deeg uit tot een lap van 25×50 cm zonder dat de boter er aan de zijkant uitkomt. Vouw het deeg –zoals een broek- in drieën. Rol opnieuw uit en herhaal. Wikkel het deeg opnieuw in plastic folie en laat het 30 minuten in de koelkast staan. Om het deeg extra luchtig te maken kun je het deeg nog zo’n 2 keer uitrollen en opvouwen. Laat het deeg vervolgens nog een nachtje in de koelkast staan.

Rol het deeg opnieuw uit tot een lap van 45 x 35 cm en een halve centimeter dik. Snijd het in 6 rechthoeken en snijd die weer doormiddel zodat je driehoeken overhoudt. Rol de driehoeken vanuit de breedste kant op. Leg ze met wat tussenruimte op een met bakpapier beklede bakplaat, bedek met een met bloem bestoven doek en laat de croissant nog 1-1,5 uur rijzen. Je bent er bijna…

Verwarm de oven voor op 200 graden. Bestrijk de croissants met het losgeklopte ei en schuif de bakplaat in het midden van de oven. Bak de croissants in 15-20 minuten goudbruin en gaar.

Bon appetit!


Volg ons ook op Facebook. Dan krijg je alle updates direct.

Leave A Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

De volgende HTML-tags en -attributen zijn toegestaan: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <strike> <strong>