Ik beken. Ik ben een zoetekauw. En dat is dus best vervelend als je een paar kilootjes af wilt vallen. Dat is ook vervelend als je een foodblog runt. En dat is vervelend omdat je er dus gelijk tientallen maakt en er zeker één moet proeven om te zien of het recept wel geslaagd is. Maar ik mag niet klagen. Vind ik.

Voor de Foodblog Swap van januari werd ik namelijk gekoppeld aan Lisette van de blog Onze Franse Keuken. Een vrouw met wie ik de zwakte voor patisserie deel. Wie ik stiekem ook benijd omdat ze naar Frankrijk vertrokken is om daar een B&B te runnen. Iemand wie dagelijks van alle lekkerheden uit één van de lekkerste keukens van Europa kan genieten. En bovendien een blog runt waar ik zo’n beetje alle recepten nog van wil proberen.

Toch viel mijn oog al snel op het recept voor chocoladetruffels. Ondanks mijn zoete voorkeuren, eet ik namelijk nauwelijks chocolade. Ik heb nog 3,5 chocoladeletter in de lade liggen waarvan de resterende halve letter in een chocolademousse voor Kerst is gaan zitten. Maar als er één chocolade-dingetje is dat ik echt niet kan weerstaan, zijn het chocolade truffels.

Al langere tijd vroeg ik me af waarom ze truffels heten. En of dat afgeleid was van de aardse truffels die onder de grond leven of dat die dingen weer vernoemd waren naar deze chocoladevarianten. Volgens het chocoladeblog is de naam van de chocoladevariant afgeleid van de aardse omdat ze er qua vorm ongeveer gelijk uitzien en beiden een aards karakter hebben door de cacao die er van oorsprong over gestrooid wordt.

Toch bestaan er over het ontstaan verschillende verhalen met één overeenkomst: het is Frans. De kok van de 17e eeuwse gravin Auguste Escoffier zou de eerste geweest zijn die een balletje van chocolade bedacht en hem in de cacao dompelde. Maar ook Louis Dufour, een patissier uit Chambery wordt aangewezen als de bedenker van deze heerlijkheid eind 19e eeuw.

Om eerlijk te zijn maakt het mij helemaal niets uit wie dit al dan niet per ongeluk bedacht heeft. Het is goddelijk. En daarom maakte ik dit recept van Onze Franse keuken. Ik gebruikte andere likeur en maakte het af met kokos, witte chocoladerasp en natuurlijk cacaopoeder.

Heb jij nog aanvullingen op dit verhaal? Of heb je zelf een gerecht waarvan je de oorsprong zou willen weten? Laat het ons hieronder weten.

Chocoladetruffels

Ingredienten: 250 ml slagroom | 275 gram pure chocolade (58% cacao) | 40 gram ongezouten boter | 4 eetlepels Liqor 43 (of een andere likeur) | cacaopoeder | witte chocoladerasp | kokos

Verwarm de slagroom in een pannetje tot hij begint te koken. Breek ondertussen de chocolade in stukjes. Haal de slagroom van het vuur en voeg beetje voor beetje de chocolade toe. Roer goed door tot alle chocolade gesmolten is. Voeg dan stukjes boter toe totdat ook die volledig is opgenomen in de chocolademassa. Giet in een schaaltje en laat minimaal een dag in de koelkast hard(er) worden.

Dan is het tijd om de chocoladeballetjes te gaan decoreren. Schep er met een meloenballetjeslepel balletjes uit en haal ze desgewenst door de cacao, kokos of witte chocoladerasp. Je kunt ze net als Lisette ook door de pistachenootjes halen. Of amandelen, hazelnoten, pecannoten: net wat je lekker vindt.

Let op dat deze chocoladetruffels niet volledig hard worden. Je zult ze dus moeten bewaren in de koelkast en direct moeten serveren. Desalniettemin is dit een heerlijke toevoeging bij een kop thee of koffie. Ik heb er van genoten. En dat zonder noten Sorry, flauw woordgrapje.

Volg ons ook op Facebook. Dan krijg je alle updates direct.