Ik ben gek op gebak. Dat zit er al van kleins af aan in. Door de weeks mochten wij thuis niet zo veel snoepen: één soms twee snoepjes na de lunch voordat we weer naar school moesten. En ’s avonds bij de thee een koekje. Zeer bescheiden nu ik op latere leeftijd merk dat de beheersing van mijn koek- en gebakdrang niet altijd even goed meewerkt. Maar ach, dan moet ik maar een extra rondje hardlopen.

Eén gebakje stond al een hele tijd op mijn verlanglijst om te maken: Bossche bollen. Een grote soes gevuld met slagroom, omhuld in de chocolade. Toen mijn vriend me afgelopen zomer het banketbakkersboek van Cees Holtkamp cadeau gaf en ik het recept voor Bossche bollen erin zag staan, kon ik niet anders dan ze een keer maken.

Bossche bollen hebben een rijke historie. Al voor de twintigste eeuw werd er in Den Bosch een grote moorkop, gevuld met banketbakkersroom verkocht. Hij was van de banketbakker Lambermond die zich gevestigd had in de toenmalige Vischstraat B61. In diezelfde straat vestigde in 1920 –op nummer 25- de Haagsche Banketbakkerij van Henri van der Zijde. Hij had ook een specialiteit: een moorkop met slagroomvulling die overgoten werd met echte chocolade. Iets wat wij nu kennen als Bossche bol.

Toen de chocoladebol aan populariteit toenam, werd langzaam de naam ‘Bossche bol’ geïntroduceerd waarbij zo’n beetje elke bakker er een ander recept op nahoudt. Pas aan het begin van de 21e eeuw staat staat banketbakkerij Jan de Groot, uit Den Bosch, bekend als de enige echte Bossche bollen bakker. Toch werd deze bakkerij pas een tijd na die van Lambermond en Henri van der Zijde opgericht, in 1936. Bovendien verkochten Jan de Groot senior en zijn vrouw Marie de Groot-van Gaal ook niet direct hun eigen Bossche bollen: dat duurde nog even.

Op een of andere manier wist de familie de Groot met hun receptuur de liefde van de Bosschenaren te veroveren. Het geheime receptuur wordt al decennialang binnen de familie overgedragen wat resulteerde dat de ‘Bossche bol van Jan de Groot’ sinds 2000 een beschermd handelsmerk is. Wat niet wil zeggen dat de naam Bossche bol beschermd is.

Dus maak ik vandaag Bossche bollen, volgens receptuur van Cees Holtkamp. Ze zien er niet alleen lekker uit: ze zijn het ook. Of die van Jan de Groot hieraan kan tippen? Dat zul je zelf moeten uitvinden. Den Bosch is een prachtstad en zeker de moeite waard om te bezoeken. Maar dan wel mét een proeverij van de Bossche bol van Jan de Groot.

Heb jij nog aanvullingen op dit verhaal? Of heb je zelf een gerecht waarvan je de oorsprong zou willen weten? Laat het ons hieronder weten.

Bossche bollen

Ingrediënten soezenbeslag: 100 ml melk | 100 ml water | 100 gram roomboter | 100 gram bloem | 3 eieren | zout
Ingrediënten chocoladeglazuur: 250 gram suiker | 80 ml water | 125 gram pure chocolade, fijngehakt
Ingrediënten slagroom: 1 liter slagroom, gezoet en geklopt.

Soezenbeslag

Verwarm de oven tot 210 graden. Breng de melk met het water, de boter en een snufje zout aan de kook. Zodra het mengsel kookt haal je het van het vuur. Roer de bloem er nu door totdat je een dikkere substantie krijgt. Zet terug op het vuur voor 1 a 2 minuten zodat het mengsel goed doorgekookt wordt. Haal de pan nogmaals van het vuur en roer de eieren stuk voor stuk doorheen. Vul een spuitzak met ronde mond met deze vulling.

Bekleed een bakplaat met bakpapier en spuit hier 15 bollen op. Omdat het deeg uitzet, moet je genoeg ruimte tussen de bollen overlaten. Zet ze 25 minuten in de oven en laat ze daarna afkoelen. Start met het maken van het chocoladeglazuur.

Chocoladeglazuur

Breng de suiker met het water aan de kook. Haal de pan van het vuur als je ziet dat de suiker opgelost is. Roer er dan de chocolade door totdat deze volledig gesmolten is.

Dippen & vullen

Dip de bollen in de chocolade en laat ze op een rooster uitharden. Vul ondertussen een spuitzak met slagroom. Als de chocolade hard is geworden prik je aan de onderkant van de bol een gaatje en vul je de bol met de slagroom.

Volg ons ook op Facebook. Dan krijg je alle updates direct.