Een bizcocho. Misschien heb je er wel eens van gehoord. Ik eigenlijk niet totdat ik door een Spaans receptenboekje aan het bladeren was en op onderzoek ging. Ik dacht dat het die cake was die ik daar in dat boek gelezen had, maar wat blijkt? Het is een naam die in een heel groot gedeelte van de Spaanstalige wereld gebruikt wordt voor allerlei verschillende cakes, koekjes en taarten. Zo is het in Spanje vooral een sponscake en gebruiken mensen in Uruguay vooral voor wat hartigere varianten zoals croissants. En wanneer je in Ecuador een bizcocho bestelt, kun je zomaar een zoute of zoete variant krijgen.

Maar ik maak vandaag dus een Spaanse sponscake. Dat is heel wat makkelijker dan het uitspreken van ‘bizcocho’. Een simpele cake die vaak bij de afternoon tea gegeten wordt. Ik at hem ’s avonds na het avondeten bij de wijn. En zelfs toen smaakte hij ook.

Spaanse bizcocho

Ingrediënten: 175 bloem | 100 gr amandelmeel | 2 tl bakpoeder | 175 gr kristalsuiker | 3 grote eieren | 2 dl olijfolie | sap en geraspte schil van 1 sinaasappel | zout

Verwarm de oven tot 170 graden. Zeef de bloem samen met het bakpoeder en een snufje zout in een grote kom. Voeg het amandelmeel toe en meng goed. Voeg de kristalsuiker toe en meng opnieuw goed door elkaar. Klop de eieren los en voeg ze aan het meel toe. Doe dat ook met de olijfolie, sinaasappelsap en –rasp. Meng totdat je een glad en egaal beslag hebt.

Vet een cakevorm in met boter alsook een beetje olijfolie en bedek met bakpapier. Giet het beslag in de cakevorm. Leg er ook een bakpapier losjes overheen en zet in het midden van de oven. Bak in 50 minuten goudbruin. Haal de cake daarna direct uit bakblik en laat op een rooster afkoelen.

Dat wordt een lekkere thee vandaag…