Vroeger maakte mijn moeder altijd taartjes op zaterdag. Heel soms gingen we iets halen. Dat waren dan meestal HEMA tompoezen die we dan laagje voor laagje op aten. Hoewel ik me niet kan herinneren dat we vaak hielpen met bakken, herinner ik me wel dat we af en toe eens appelflappen maakten. Dat was nu eenmaal niet te moeilijk en bovendien hadden we daarmee als kinderen ook niet echt de gelegenheid de halve keuken vies te maken (want daar waren we ongelofelijk goed in).
Appelflappen dus, een leuke zaterdagbezigheid met kinderen. Super simpel, super lekker, super veel variaties mogelijk. En met de feestdagen voor de ook heel toepasselijk: appelflappen worden samen met oliebollen namelijk al jaren gezien als dé traktatie met nieuwjaar…
Heb jij nog aanvullingen op dit verhaal? Of heb je zelf een gerecht waarvan je de oorsprong zou willen weten? Laat het ons hieronder weten.
Appelflap
Voor 4 stuks
Laat de bladerdeeg ontdooien en begin ondertussen met het schillen van de appels. Verwijder de klokhuizen en snijd de appels fijn. Doe ze in een kom en voeg de kaneel, hand suiker en de rozijnen toe. Pak vervolgens een plakje bladerdeeg en schep er een flinke lepel van het appelmengsel op. Vouw de hoeken op elkaar zodat er een driehoek ontstaat en druk met je vingers, mes of vork de zijkanten stevig dicht. Doe dat totdat je vier ‘appelflappen’ hebt. Bestrijk ze met het eigeel en strooi er nog een beetje suiker over.
In plaats van een appelvulling kun je ook gaan voor kersen, peer, pruimen, abrikozen enzovoorts.
Mocht je geen suikers willen toevoegen, maar wel een ‘zoete’ appelflap willen dan kun je de suiker vervangen voor diksap. Diksap is ingekookte sap van appels, 100% natuurlijk. Je kunt het veelal vinden bij biologische winkels zoals Ekoplaza.
Volg ons ook op Facebook. Dan krijg je alle updates direct.
